In 10 stappen je eigen bloemenweide!

Bloemenweide met Margriet

Wie wil dat nou niet? Zo’n prachtige bloemenweide, waarmee je ook nog eens de bijen en vlinders en andere insecten helpt? In tien stappen op weg naar eigen bloemenweide:

1. Zoek een plek in de volle zon, die niet te klein is; minimaal twee meter breed en twee meter lang, maar liefst nog wat groter.

2. Is het kale grond? Bewerk de grond alleen oppervlakkig, dan kun je meteen gaan zaaien!
Ligt er nu een grasmat? Dan moet die eerst weg. Dat kun je doen door af te plaggen, met de hand of machinaal (graszodensnijder huren). Is dat beide niet mogelijk, bedek dan de grond met karton, met daarop een laag grond. Na een jaar is de grasmat weg, het karton vergaan.

3. Zaaien doe je in het vroege voorjaar (begin maart) tot eind april, of in het najaar (september/oktober).

4. Kies een inheems mengsel, bij bijvoorbeeld De Cruydthoeck , wat geschikt is voor je grondsoort.

5. Wil je snel resultaat (in het eerste jaar bloemen), kies dan voor een mengsel met ruderale soorten (B1). Daarbij moet je na een jaar of drie de grond licht bewerken en wat bijzaaien.

6. Heb je meer geduld en wil je iets doen voor de wilde bijen en vlinders, kies dan voor een Bijenmengsel met vaste soorten (N1). Deze weide wordt elk jaar mooier, maar geeft pas bloemen in het tweede jaar!

7. Maai in elk geval minstens 1 x per jaar in september, en maai het liefst gefaseerd. Dat wil zeggen eerste helft maaien in juli, tweede helft maaien in september/oktober. (Dan hebben de bijen altijd wat te halen.)

8. Maai dezelfde stukken ieder jaar op hetzelfde tijdstip als in het eerste jaar.

9. Gaat je bloemenweide na verloop van tijd vergrassen, maai dan wat vaker (2x per jaar: 1e keer in juni/juli, tweede keer in september).

10. Maai met een zeis, een balkmaaier, of een bosmaaier met slagmes, zodat het maaisel niet versnipperd wordt. Voer het maaisel altijd af!

En vergeet niet te genieten van je bloemenwei!